ham = ik ham mangil = ik wil
tu = jij tu mange = jij wilt
hamlog = wij hamlog mangil = wij willen
tulog = jullie tulog mange = jullie willen
oesab = zij oesab mange = zij willen
oe = hij of zij oe mange = hij wilt
aap = u aap mange = u wilt
Werkwoorden:
Tjele = lopen tjelawe = rijden parhe = lezen mare = slaan likhe = schrijven opruim kar = opruimrn
soete = slapen pooche = vegen betawe = vertellen djaai = gaan dhar = zetten oethawe = optillen
bole = zeggen piye = drinken khaai = eten dhoewe = wassen baithe = zitten kare = doen
kaam kare = werken safa kare = schoonmaken
Zinnen met deze werkwoorden: Andere zinnen:
Kaise bathe? hoe gaat het? ham mangil djaai ik wil gaan ham toke na samdhilla ik begrijp je niet
Tu kaise tjele hai? hoe loop je? ham djaai la ik ga tjietdjwan otowa masse law breng de dingen uit de auto
tu koitie bole hai? wat zeg je? tu kab aiye? wanneer kom je tjielie boodschappen kare kom we gaan boodschappen
tu kaun kaam kare hai? wat voor werk doe je? tu kab djaiye? wanneer ga je? hamme na betaaw vertel me niet
tu ka kare hai? wat doe je? ham na mangil tu dja ik wil niet dat je gaat na betaaw koitjie karek vertel niet wat ik moet doen
kabse bhaital bate? hoelang zit je al? kaise batte tu hoe voel je je tu keha dja hai waar ga je naar toe
bartanwa dhooi de ga afwassen tu kaise batte? hoe gaat het met je ham djaal kaam kare ik ga werken
otowa thelaw rij de auto ham djewaan batti ik ben jong toor oengriewan mooi lage je vingers zijn mooi
tu ka parhe hai wat lees je? hamme bel karje bel me op tu mooi lage hai je ziet er goed uit
hamme na maar sla me niet ham mangil piye ik wil wat drinken koithjie mange aur djane wat wil je nog meer weten
tu mooi likhe hai je schrijft heel mooi baith! ga zitten tu dokswa khaije wil je doksa eten
tu opruim karde na ruim jij aub op ka piye? wat wil je drinken hamme djewaab de geef me antwoord
tafarwa poochde toh veeg de tafel koitjhie khaiye wat wil je eten botorwa dhar de zet de boter
hamme betaw vertel tu na samhadje hai je begrijpt het niet tu deraa hai je bent bang
ham mangil djaai ik wil gaan sab karle te aiye doe alles en kom dan tu deraa hai? ben je bang?
oethai ke dhar raap op en zet ham rooch na bolap ik zeg het niet elke dag
hamme na oethaaw til me niet op koekerwa me dhar de zet in de keuken
safa karal hai het is schoon ab bhandh hai nu is het afgelopen
koithjie piye wat wil je drinken bankstelwaap baith ga op de bankstel zitten
ham mangil khaai ik wil eten plitya law to breng het bord
Maak jouw eigen website met JouwWeb